Aanleg

Stap 1. Een goed begin is het halve gazon.

Indien het nieuw te plaatsen gazon moet plaatsvinden waar nu nog gras staat, kunt u dit het beste afsteken en afvoeren. Wij verhuren hiervoor een handzaam graszodensnijdertje waarmee deze klus in een mum van tijd geklaard is. Eventueel kunt u het oude gazon eerst doodspuiten met Round-up (Glyfosaat) en een klein weekje wachten zodat eventuele onkruiden tot in de wortel zijn geraakt. Daarna kunt u beginnen met het omspitten van de grond. ‘Zit’ u op kleigrond, dan is het najaar de beste tijd. In de vorstperiode die daarop volgt, krijgt de grond dan een korte, rulle structuur en ook de tijd weer wat in te zakken. Vóór het spitten kunt u het beste een bodemverbeterend middel uitstrooien over de grond. U kunt hierbij denken aan stalmest, compost, champost of bladaarde.

Stap 2. De grond gereed maken.

De grond waarop u graszoden gaat leggen, moet volkomen vlak zijn. Bovendien moet de ondergrond na het spitten weer in een vaste toestand zijn. Alle oneffenheden met bijvoorbeeld de hark gelijk maken. De grond aanrollen of met de hielen aandrukken en aanstappen. Doet u dit niet dan zakt de grond bij regenval in, wat later ’n onregelmatig gazon zou geven. Nu het bovenste laagje los en fijn harken. Werken in natte grond is schadelijk. Wacht dus tot de grond droog is.

Stap 3. De grond vraagt bemesting om groeikracht te kunnen geven.

Is de grond vlak, dan strooit u een gazonmeststof uit, zoals DCM mix 3 (bij ons te verkrijgen). Werkt u op zure grond, dan is een kalkbemesting aan te bevelen. Voor we starten met het uitrollen van de graszoden bevelen wij aan om een dun laagje champignonmest, compost of DCM vivimus (laatste ook bij ons te verkrijgen) op de grond te strooien en in te harken, zodat het vocht goed vast gehouden wordt en het gazon een mooie kleur krijgt.

Stap 4. Nu de graszoden leggen.

Zorg dat de grond voldoende vochtig is. Indien nodig van te voren met water besproeien. Zorg ervoor dat de graszoden niet uitdrogen. Maak ze eventueel vochtig en bescherm ze tegen de zon. Zorg dat de graszoden binnen 24 uur na het snijden gelegd worden om broei-effect in de rol tegen te gaan. Rol de graszoden zo snel mogelijk na ontvangst uit, zodanig dat ze strak tegen elkaar komen te liggen. Geef meteen na het leggen reeds water. Strooi eventueel tussen de kieren die nog zichtbaar zijn potgrond of bladaarde. Ook de zijkanten aanvullen met grond, zodat deze niet kunnen uitdrogen. Na het leggen van de zoden moeten ze stevig worden aangerold of aangeklopt. Het is zeer belangrijk dat u de eerste paar weken het gazon voldoende water geeft. Bij drogend weer 2 of 3 maal per dag!

Stap 5. De eerste weken van het gazon.

Reeds na 2 of 3 weken zijn de graszoden vastgegroeid. Het gevaar van uitdrogen is nu minder groot. De wortels zitten nog niet diep, dus wel blijven oppassen. Na 6 à 10 dagen zal het gazon al gemaaid moeten worden. Zorg voor een scherp goed afgestelde maaimachine en maai niet korter dan 4 cm. De organische mest die in de grond is gebracht en de kunstmest zullen het gazon de eerste maand ruim voldoende voeding geven. Na 4 of 6 weken kunt u wat stikstofmest bijgeven, 1 à 2 kg per 100 m². Zorg er wel voor dat het gazon niet kan verbranden. Dit speelt vooral bij kunstmest, bij organische mest beperkt u dit risico aanzienlijk. En nog een laatste goede raad: loop en speel zo weinig mogelijk op het nieuwe gazon, de zode moet namelijk eerst goed vastgroeien.

Wij wensen u veel succes met uw nieuwe grasveld.